Laatste aanwinst

LANDINGSVAARTUIG LCVP-10

Het Korps Vaartuigendienst, wat in Nederlands-Indië bijna 3½ jaar heeft bestaan, was van groot belang voor de bevoorrading en transport. Vanwege het waterrijke gebied en de natte moessons konden anderen, zoals de AAT, het Paardentransport en de Luchtverpleging op veel plaatsen niets uitrichten. Ook voor het troepentransport was de oprichting van de Vaartuigendienst noodzakelijk. Daarnaast zijn de landingsvaartuigen, vooral in Sumatra en de Riouw-archipel, ook operatief ingezet bij acties. Zowel bij de politionele als kleinere acties.

Op het gebied van bevoorrading en transport speelde het landingsvaartuig vaak een cruciale rol. Als geen enkel ander transportmiddel mogelijk was, was er meestal wel een landingsvaartuig van het korps wat dat wel kon. Zij bevoorraden de detachementen, vervoerden militairen en burgers, gevangenen en gewonden, medisch personeel en geestelijke verzorgers en verzorgden vaak patrouilles te water. Het viel, samen met de Aan- en Afvoertroepen, Luchtverpleging en Paardentransport onder de Verplegings- en Transportdienst.

Uiteindelijk had het meer geregistreerde vaartuigen dan de Marine in Nederlands-Indië, namelijk ruim 200 en een personeelssterkte van 850-900 militairen. Deze militairen waren allen afkomstig uit andere onderdelen, waaronder ook de AAT. In de hele Nederlandse militaire geschiedenis is het ook een korps wat uniek is. Vaartuigen op zo’n grote schaal en in georganiseerd verband bij de landmacht was nog niet eerder voorgekomen. Tot nu toe was er zeer weinig over dit korps bekend alhoewel het in veel gebieden zo’n belangrijke rol heeft gespeeld.

In opdracht van commandant Kooning werd op de werf van het Depot Vaartuigendienst door sergeant Tienstra en korporaal van Geel van LTD 666 een instructiemodel op schaal gemaakt van een LCVP. Het nummer 10 aan de zijkant is van een bestaande LCVP uit die tijd. Dit model werd ook daadwerkelijk gebruikt bij de opleiding van de schippers en motoristen. Het werd later door kapitein Kooning aan het Legermuseum geschonken en in oktober 2021 door het Nationaal Militair Museum in bruikleen overgedragen aan de Historische Collectie Bevoorradings- & Transporttroepen.