De term en de afdeling intendance komt over van het Franse leger. Frankrijk overheerste Nederland namelijk van 1795 tot 1813. De taak van de intendance betrof van origine de verzorging van mens en dier in het leger, destijds ‘verpleging’ genoemd.
Oorspronkelijk komt de intendance voort uit de militaire administratie. Met de verzelfstandiging van de intendance eenheden in 1918 kwam een einde aan dit verstandshuwelijk. Kort na de Tweede Wereldoorlog bestond de Intendance uit het Regiment Uitrustingstroepen (RUT) en het Korps Verplegingstroepen (KVT). Met het Legerplan uit 1950 wijzigde dit echter in de oprichting van het Regiment Intendancetroepen. Vanaf dit moment was het regiment niet zozeer meer een organieke eenheid, maar een traditioneel en functioneel verband van specialisten met hetzelfde vakgebied dat de intendanten werkzaam binnen de diverse eenheden van de landmacht, bond.
De intendance, formeel opgericht op 20 maart 1905, zorgde binnen de Koninklijke Landmacht allereerst voor de opslag en bereiding van voedsel en drinken. Een andere belangrijke taak van de intendance was de uitgifte van en de zorg voor militaire kleding. De intendance had dan ook een aantal wasbazen in dienst, die er voor zorgden dat alle kleding en lijfgoederen werden gewassen. De vrouw van deze wasbaas, compagniesvrouw of mejuffrouw genoemd, reisde ook met de troepen mee. Hun primaire taak bestond uit het wassen en herstellen van soldatenkleding. Daarnaast voorzagen deze vrouwen, in de functie van marketenster, de manschappen van een borrel, een hartige hap en zoetigheid. De bewassing is een taak die de intendance min of meer ‘standaard’ heeft, maar hoe het werd uitgevoerd is afhankelijk van de periode. In de jaren vijftig waren er bijvoorbeeld bad- en was compagnieën. Naast de alledaagse voedselstroom zorgde de intendance met de oprichting van de kantinedienst (CADI) in 1942 ook voor een extraatje. De CADI ging met de diverse eenheden mee op oefening of schietserie en zorgde ter plekke voor de verkoop van zoetigheden, sigaretten en drank. Ook tijdens oorlogstijd zou de CADI met de gebruikelijke eenheden meereizen.
Met de motorisering en mechanisering van de Koninklijke Landmacht aan het begin van de jaren 60 kreeg de aanvoer van brandstof, oliën en smeermiddelen (zogeheten BOS-goederen) een steeds belangrijkere plaats binnen het takenpakket van de intendance. Belangrijk is dat tot de opschorting van de opkomstplicht in 1996 bijna alle bevoorrading binnen de Koninklijke Landmacht intern werden geregeld. Dit is na de eeuwwisseling, onder andere door bezuinigingen en inkrimping, sterk verminderd. Daar waar mogelijk, wordt binnen het huidige logistieke concept zo veel als mogelijk samengewerkt.
Tot de Tweede Wereldoorlog werd de bevoorrading van munitie nog door de artillerie zelf geregeld. Vanaf 1950 tot 1982 werd deze taak behartigd door de Technische Dienst, waarna dit geheel door de intendance werd overgenomen. Dit werd, samen met de aanvoer van brandstof, langzamerhand de belangrijkste en qua volume omvangrijkste taak van de intendance.
De opleidingen werden door het Regiment veelal zelf verzorgd. Dé opleidingsplaats voor de aankomende intendanten was tot 2006 de Kolonel Palmkazerne te Bussum. Het opleidingscentrum voor de koks, hofmeesters en menagemeesters bevond zich aanvankelijk te Leiden, vanaf 1978 in Haarlem en van 1992 tot 2006 samen met de andere intendanceopleidingen in Bussum. Met de komst van de Mobiele Satelliet Keuken (MSK) in 2008, waarbij kant- en klare maaltijden via een stoomoven op elk moment kunnen worden geregenereerd, verviel de noodzaak om volwaardig opgeleide koks als zodanig op te leiden. Tegenwoordig is er nog wel sprake van een beperkte opleiding in de voedselbereiding.
Traditie en traditiehandhaving speelden ook binnen het Regiment Intendancetroepen een belangrijke rol. Een vorm van traditie en binding met het verleden is het Regimentsvaandel. Dit vaandel werd door Koningin Juliana toegekend en door Koningin Beatrix op 14 oktober 1980 uitgereikt. Zo kan het dus dat op het vaandel de letter ‘J’ van Koningin Juliana staat geborduurd. Een ander belangrijk en prominent aspect dat dagelijks bijdraagt aan de herkenbaarheid en binding, is de uitmonstering van de militair.
De kraagspiegels en de baretemblemen zijn korps- en regiment specifiek. Voor de intendance was dit een vierkante keten van schakels, waarop twee korenaren kruislings lagen op een karmozijnrode ondergrond.
In de Historische Collectie Bevoorradings- & Transporttroepen wordt ruime aandacht besteed aan de geschiedenis van het Regiment Intendancetroepen in de periode tussen 1905 en 2000. De Historische Collectie Bevoorradings- & Transporttroepen bestaat uit meerdere aspecten die zeker de moeite van een bezoek waard zijn. Wij willen u dan ook van harte een bezoek aan de collectie aanbevelen.